KNACK
Knack Historia wordt vier keer per jaar gepubliceerd. Hier
gaan ze diepgaand in op bepaalde onderwerpen. Het vorige onderwerp was
1914-1918 naar aanleiding van de Groote Oorlog die honderd jaar geleden plaats
vond.
De editie van De grote zoektocht naar God heeft ook nog een
samenwerking met Knack op School-project. Daar vinden leerkrachten en
leerlingen drie keer per jaar educatieve dossiers rond maatschappelijke
relevante thema’s. Er is ook een interscholenstrijd waar leerlingen online
gedurende twee weken strijden voor een prijzenpot van 35 000 euro en eeuwige
roem.
HET BOEK
Drie religies delen één God. Het jodendom, het christendom
en de islam zijn drie takken van eenzelfde boom. Welke waarden delen ze? Knack
Historia zoekt de oorsprong, de cultuur en de geschiedenis achter deze drie
monotheïstische religies.
Joël De Ceulaer is een journalist bij Knack.
Na de Tweede Wereldoorlog keerden vele het geloof de rug
toe. Westerlingen hadden geleerd om zelf de Bijbel te lezen en interpreteren.
Mensen komen van de apen en er was niets daartussen. Sinds de aanslagen van
9/11 voeren een aantal nieuwe atheïsten een kruistocht voor het ongeloof. Het
is een strijd die je nooit kan winnen. Goede kennis van de grote godsdiensten
strekt tot aanbeveling.
In hoofdstuk 1 worden volgende items besproken:
- de rol van de aartsvader Abraham;
- het ontstaan van de Bijbel;
- de blijde boodschap;
- de geheimen van de Koran;
- Jezus en co;
- de Talmoed;
- het ware gelaat van Mohammed;
- de Thora;
De andere hoofdstukken behandelen de hoogtepunten van de
godsdiensten, de kunst en de beleving in de 21e eeuw.
Vragen
Welk zijn de grote
verschillen en gelijkenissen tussen de verschillende godsdiensten?
Al de monotheïsten delen grote stukken geloof en waarden met
elkaar. Vele stukken van de verschillende godsdiensten leunen dicht tegen
elkaar. Het ontstaan situeert zich vooral in het Midden-Oosten. Het
Midden-Oosten is heel lang het centrum van de wereld geweest. Verhalen over de
aartsvader Abraham en andere sleutelfiguren dateren al van 2000 voor Christus.
In het begin werden de verhalen doorverteld van vader op zoon. Het was een
zuiver orale cultuur. De mensen waren nomaden en moesten zich verplaatsen om
voedsel voor hun gezinnen te zoeken. Joden, christenen en moslims zijn Abrahams
kinderen. Voor Abraham verafgoodde de mensheid verschillende goden. God spreekt
tot Abraham “Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste
verwanten en ga naar het land dat ik je zal wijzen. Ik zal je tot een groot
volk maken…” Hij gaat op weg naar het land dat deze god aan zijn nakomelingen
belooft. Het uitverkoren volk, het volk van de ene god. De verhalen van Abraham
worden goed bewaard. Op een periode van 1200 jaar verschillen de bronnen amper
van versie. Er ontstaat een nood om de verhalen toch neer te schrijven. Bij deze
ontstaat het Oude Testament of ook wel Hebreeuwse Bijbel genoemd. Hebreeuws was
de taal van het volk van Abraham. Het is niet echt een boek maar een kleine
bibliotheek van verschillende handschriften. Het Oude Testament bestaat uit drie
grote delen. De Thora, de vijf boeken van Mozes. (Genesis, Exodus, Leviticus,
Numeri, Deuteronomium) Nevi’iem, de geschriften van de profeten. Het laatste
deel is Ketuviem. Dit is een bundel van verschillende handschriften waaronder
Psalmen, Spreuken, Hooglied en klaagliederen en andere. Deze drie delen vormen
ook het onderdeel van de Tenach wat de bijbel is van het jodendom. Hier vind je
al twee strekkingen terug, de Joden en de Katholieken.
Na het Oude Testament komt er ook nog een nieuw boek. De
eerste christenen waren ook niet geneigd om alles op te schrijven. Het had toch
geen nut want de wereld zou toch vergaan. In de loop van de jaren 70 na
Christus schrijven verschillende auteurs aan allerlei teksten. De Kerk heeft
daar grondig in geschift met als resultaat Het Nieuwe Testament. Een nieuw
geloof staat op. Het christendom gaat over de wandel en het leven van Christus.
Het is een “verbond” tussen de mensen en God. Het zijn volgelingen van
Christus. Dit wordt vooral verteld door Johannes, Marcus, Mattheus en Lucas.
Alles gaat vooral over interpretatie in verband met twisten en tijdsgeest. Het
Nieuwe Testament is nog aangevuld met de handelingen van de apostelen en
brieven. Het laatste deel is de Openbaring. Alweer een strekking ontdekt…
De enige strekking die ontbreekt is de Islam. In 600 na
Christus is er een zekere profeet Mohammed die de stichter is van de Islam.
Mohammed was analfabeet. Een keer per jaar gaat hij zich bezinnen op de berg
Hira. Daar wordt hij gewekt door de aartsengel Gabriël. Zonder zich voor te
stellen doet die hem de eerste verzen van de Koran opzeggen. Koran betekend
“opzegging”. Gabriël zegt dat hij de profeet van God is. Na enkele jaren vraagt
de engel om de godsdienst in het openbaar te verkondigen. Mekka was op dat moment
een draaischijf van kapitaal. Dit kwam hoofdzakelijk door de verafgoding. De
nieuwe godsdienst viel dus niet echt in goede aarde. De bestaande orde van
notabelen werd ondersteboven gehaald. Hij trekt weg uit Mekka en vestigt zich
in Medina. Hij keert daarna terug naar Mekka en verovert dit zonder slag of
stoot met 10 000 manschappen. Allah is de enige god, alle andere goden worden
verwijderd rond de Kaäba. De stammen moeten zich bekeren en een schatting
betalen.
Moslims erkennen het Oude Testament. Het enige echte
verwijt dat de Koran tot de joden richt is dat zij de waarheid van Mohameds
profetie niet aanvaarden. De Koran roept op om de wet van Mozes, in de Thora,
tot in de kleinste voorschriften te respecteren. Je kan dus niet zeggen dat de
Koran en de Bijbel niets met elkaar te maken hebben.
“Alles begint met mystiek en eindigt met politiek” Charles
Péguy
Christenen hebben zich een centraal gezag gemaakt in het
Vaticaan met als hoofd een paus. Moslims hebben dit centrale gezag niet. Hierdoor
ontstaan meerdere stromingen omdat verschillende groepen andere interpretaties
hebben over de Koranverzen.
Waarom hebben moslims het moeilijk als Mohammed met een
gezicht wordt afgebeeld?
In de middeleeuwen werd Mohammed wel afgebeeld....
Bruikbaar binnen PAV?
In klasgesprekken met een gemengde klas kunnen er discussies
ontstaan in verband met godsdiensten. Zonder zelf een beetje kennis te hebben van
de verschillende geloven kom je in een welles-nietes-conversatie die tot niets
leidt.
Leerlingen kunnen ook leren appreciëren wat er in een andere
cultuur gebeurt. Ze kunnen met een beetje gezond verstand verbanden leggen
tussen de religies en andere ideeën en opvattingen leren accepteren zonder dat
ze elkaar in de haren moeten vliegen.
Vele dingen in het leven plakken aan elkaar of
zijn nauw verbonden. Wat voor de ene normaal is, is voor de andere vreemd of
onlogisch. Door een uitstap naar een moskee, kerk, minaret kunnen de leerlingen
zich inleven in de rituelen en gebruiken van andere culturen.Actua
Er is een tentoonstelling in het MAS over dit onderwerp.
http://www.heiligeplaatsenheiligeboeken.be/nl
http://www.heiligeplaatsenheiligeboeken.be/nl
Bronnen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten